uithardde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·hard·de

Werkwoord

vervoeging van
uitharden

uithardde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitharden
    • ... dat ik uithardde. 
    • ... dat jij uithardde. 
    • ... dat hij, zij, het uithardde. 

Gangbaarheid

  • Het woord uithardde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.