uiteensloegen
Nederlands
Woordafbreking
- uit·een·sloe·gen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uiteenslaan |
uiteensloegen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van uiteenslaan
- ...dat wij uiteensloegen.
- ...dat jullie uiteensloegen.
- ...dat zij uiteensloegen.
- ...dat wij uiteensloegen.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.