tricolor

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tri·co·lor
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans [1]
stellend
onverbogen tricolor
verbogen tricolore
partitief tricolors

Bijvoeglijk naamwoord

tricolor [2]

  1. driekleurig
    • De politie waarschuwt op Facebook dat Belgen bijvoorbeeld moeten oppassen met tricolore spiegelhoesjes. „Als die de richtingaanwijzers verbergen, of het zicht in de spiegels verminderen, kunnen ze leiden tot een boete van 58 euro.” [3] 

Gangbaarheid

  • Het woord tricolor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.