treiter

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trei·ter

Werkwoord

vervoeging van
treiteren

treiter

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van treiteren
    • Ik treiter. 
  2. gebiedende wijs van treiteren
    • Treiter! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van treiteren
    • Treiter je? 

Gangbaarheid

  • Het woord treiter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.