translateert

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trans·la·teert

Werkwoord

vervoeging van
translateren

translateert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van translateren
    • Jij translateert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van translateren
    • Hij translateert. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van translateren
    • Translateert! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.