traliën

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tra·li·en

Zelfstandig naamwoord

traliën mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tralie
Synoniemen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
traliën
traliede
getralied
zwak -d volledig

Werkwoord

traliën

  1. overgankelijk traliën aanbrengen, gevangenzetten
    • [...]
      en aan de horizon een streep
      die haar traliede, doch boeide
      in een ijzersterke greep [...].[1]
       

Gangbaarheid

  • Het woord traliën staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
70 %van de Nederlanders;
72 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.