tornen
Nederlands
Woordafbreking
- tor·nen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘losgaan van naaisel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1450 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tornen |
tornde |
getornd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
tornen
- inergatief het herhaald tussen de steken doorknippen van een draad waarmee iets vastgenaaid zit
- inergatief overdrachtelijk het afbreuk maken aan een bestaande instelling of regel
- Daaraan mag niet getornd worden.
Gangbaarheid
- Het woord tornen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tornen' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.