topless
Nederlands
Woordafbreking
- top·less
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘de boezem bloot latend’ voor het eerst aangetroffen in 1964 [1]
- Ontleend aan het Engels.
stellend | |
---|---|
onverbogen | topless |
verbogen | topless |
Bijvoeglijk naamwoord
topless
- (gezegd van vrouwen) zonder bovenkleding, met naakt bovenlijf
- Topless zonnen wordt in vele Arabische landen afgeraden.
Gangbaarheid
- Het woord topless staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'topless' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.