toespreekt
Nederlands
Woordafbreking
- toe·spreekt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
toespreken |
toespreekt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toespreken
- ... dat jij toespreekt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toespreken
- ... dat hij toespreekt.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.