tierelieren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tie·re·lie·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

tierelieren [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tierelieren
tierelierde
getierelierd
zwak -d volledig
  1. het vrolijk zingen zoals leeuweriken dat doen
    • De vogels van Holland zijn zo muzikaal
      Ze leren in hun prille jeugd al tierelieren
      De merel, de lijster en de nachtegaal
      Om zo de lent’ in Holland goed te kunnen vieren [3]
       
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tierelieren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.