thuisstuur
Nederlands
Woordafbreking
- thuis·stuur
Werkwoord
vervoeging van |
---|
thuissturen |
thuisstuur
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuissturen
- Ik thuisstuur.
- gebiedende wijs van thuissturen
- Thuisstuur!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuissturen
- Thuisstuur je?
Gangbaarheid
- Het woord 'thuisstuur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.