terugwonnen
Nederlands
Woordafbreking
- te·rug·won·nen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
terugwinnen |
terugwonnen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van terugwinnen
- ...dat wij terugwonnen.
- ...dat jullie terugwonnen.
- ...dat zij terugwonnen.
- ...dat wij terugwonnen.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.