termineert
Nederlands
Woordafbreking
- terĀ·miĀ·neert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
termineren |
termineert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van termineren
- Jij termineert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van termineren
- Hij termineert.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van termineren
- Termineert!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.