teisteren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • teis·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘schaden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1638 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
teisteren
teisterde
geteisterd
zwak -d volledig

Werkwoord

teisteren

  1. overgankelijk grote schade toebrengen
    • Het land werd geteisterd door meerdere plagen tegelijk, een aardbeving, een vloedgolf en vervolgens een kernramp. 

Gangbaarheid

  • Het woord teisteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.