teisteren
Nederlands
Woordafbreking
- teis·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘schaden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1638 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
teisteren |
teisterde |
geteisterd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
teisteren
- overgankelijk grote schade toebrengen
- Het land werd geteisterd door meerdere plagen tegelijk, een aardbeving, een vloedgolf en vervolgens een kernramp.
Gangbaarheid
- Het woord teisteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'teisteren' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.