tegenstaat
Nederlands
Woordafbreking
- te·gen·staat
Werkwoord
vervoeging van |
---|
tegenstaan |
tegenstaat
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenstaan
- ... dat jij tegenstaat.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenstaan
- ... dat hij tegenstaat.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.