subordineren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sub·or·di·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ondergeschikt zijn of maken aan’ voor het eerst aangetroffen in 1759 [1]
  • afgeleid van ordineren met het voorvoegsel sub- [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
subordineren
subordineerde
gesubordineerd
zwak -d volledig

Werkwoord

subordineren

  1. overgankelijk onderschikken, ondergeschikt maken aan
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord subordineren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.