stiefelen
Nederlands
Woordafbreking
- stie·fe·len
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘lopen’ voor het eerst aangetroffen in 1961 [1]
- van het Duits [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
stiefelen |
stiefelde |
gestiefeld |
zwak -d | volledig |
Gangbaarheid
- Het woord stiefelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stiefelen' herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
37 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.