spieken
Nederlands
Woordafbreking
- spie·ken
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘afkijken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1934 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
spieken |
spiekte |
gespiekt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
spieken
- overgankelijk bedrog plegen bij een schooltest
- Er is veel gespiekt bij dat examen.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. bedrog plegen bij een schooltest
Gangbaarheid
- Het woord spieken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'spieken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.