snoepreisje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snoep·reis·je
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘plezierreisje buiten de vakantie’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1710 [1]

Zelfstandig naamwoord

snoepreisje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord snoepreis

Gangbaarheid

  • Het woord snoepreisje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.