snerp

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snerp

Werkwoord

vervoeging van
snerpen

snerp

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snerpen
    • Ik snerp. 
  2. gebiedende wijs van snerpen
    • Snerp! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snerpen
    • Snerp je? 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.