snater

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sna·ter

Werkwoord

vervoeging van
snateren

snater

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snateren
    • Ik snater. 
  2. gebiedende wijs van snateren
    • Snater! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snateren
    • Snater je? 

Gangbaarheid

  • Het woord snater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.