snaaien
Nederlands
Woordafbreking
- snaai·en
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘stelen’ voor het eerst aangetroffen in 1897 [1]
- Herkomst: Bargoens [2][3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
snaaien |
snaaide |
gesnaaid |
zwak -d | volledig |
Gangbaarheid
- Het woord snaaien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'snaaien' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "snaaien" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- snaaien op website: Etymologiebank.nl
- Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.