smoezelt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • smoe·zelt

Werkwoord

vervoeging van
smoezelen

smoezelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smoezelen
    • Jij smoezelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smoezelen
    • Hij smoezelt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van smoezelen
    • Smoezelt! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.