smeerpijperijtjes
Nederlands
Woordafbreking
- smeer·pij·pe·rij·tjes
Woordherkomst en -opbouw
- smeerpijperijtje met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
smeerpijperijtjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord smeerpijperij
- Ik zou er dan ook, als buiten mijn competentie vallend, het zwijgen toe doen, ware het niet, dat, zooals mr. E. Louis Israël in een opstel over den „vuilhandel" in de „Telegraaf" terecht — helaas terecht! — opmerkt, de verscherping der thans geldende strafbepalingen in zake „sexueele prikkeling der jeugd" hoofdzakelijk te danken is aan den roep, die speciaal Amsterdam in den laatsten tijd in het buitenland heeft verkregen als kweekplaats van allerhande smeerpijperijtjes. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'smeerpijperijtjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- Vosmaer "Brieven uit Amsterdam. 78." in: Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië jrg. 16 nr. 70 (24 maart 1911); p. 5 (2:1) kol. 3; geraadpleegd2017-05-15
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.