smalen
Nederlands
Woordafbreking
- sma·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘met geringschatting spreken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1573 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
smalen |
smaalde |
gesmaald |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
smalen
- inergatief blijk geven van minachting
- Hij smaalt alleen maar als je erover begint.
Gangbaarheid
- Het woord smalen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'smalen' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.