slurp
Nederlands
Woordafbreking
- slurp
Werkwoord
vervoeging van |
---|
slurpen |
slurp
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slurpen
- Ik slurp.
- gebiedende wijs van slurpen
- Slurp!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slurpen
- Slurp je?
Gangbaarheid
- Het woord slurp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'slurp' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.