skipa

Noors

Woordafbreking
  • ski·pa
Naar frequentie zeldzaam

Werkwoord

skipa

  1. verleden tijd van skipe
  2. voltooid deelwoord van skipe
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

skipa, mv

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van skip
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

skipa, mv

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van skip
Schrijfwijzen


Nynorsk

Woordafbreking
  • ski·pa

Werkwoord

skipa

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast skipe, zie aldaar

skipa

  1. verleden tijd van skipa
  2. voltooid deelwoord van skipa

skipa

  1. gebiedende wijs van skipa
Schrijfwijzen

Werkwoord

skipa

  1. verleden tijd van skipe
  2. voltooid deelwoord van skipe

skipa

  1. gebiedende wijs van skipe
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

skipa,

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van skip
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.