skaten
Nederlands
Woordafbreking
- ska·ten
Woordherkomst en -opbouw
uit het engels
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
skaten |
skatete |
geskatet |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
skaten
- zich bewegen op een skateboard
- Hij skate van de berg af met een snelheid van 80 km per uur.
- zich bewegen met skeelers
- De schaatsers skaten in de zomer om in conditie te blijven.
Gangbaarheid
- Het woord skaten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'skaten' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.