sjor
Nederlands
Woordafbreking
- sjor
Werkwoord
vervoeging van |
---|
sjorren |
sjor
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sjorren
- Ik sjor.
- gebiedende wijs van sjorren
- Sjor!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sjorren
- Sjor je?
Gangbaarheid
- Het woord sjor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sjor' herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.