sjokken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sjok·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Fries, in de betekenis van ‘slepend lopen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1844 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
sjokken
sjokte
gesjokt
zwak -t volledig

Werkwoord

sjokken

  1. inergatief langzaam en vermoeid of lusteloos lopen
    • Op het laatst werd er meer gesjokt dan gewandeld. 
  1. ergatief langzaam en vermoeid of lusteloos ergens heen lopen
    • Hij was in mineurstemming naar huis gesjokt. 

Gangbaarheid

  • Het woord sjokken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.