sjees

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sjees
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘rijtuigje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1677 [1]

Werkwoord

vervoeging van
sjezen

sjees

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sjezen
    • Ik sjees. 
  2. gebiedende wijs van sjezen
    • Sjees! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sjezen
    • Sjees je? 

Gangbaarheid

  • Het woord sjees staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
78 %van de Nederlanders;
52 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.