shampooën
Nederlands
Woordafbreking
- sham·pooën, sham·poo·en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
shampooën |
shampoode |
geshampood |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
shampooën
- overgankelijk met een shampoo behandelen
- Ik had net mijn haar geshampood toen de waterdruk wegviel.
Gangbaarheid
- Het woord shampooën staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'shampooën' herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.