schnurlos

Duits

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van Schnur ("snoer") met het achtervoegsel -los.
stellend vergrotend overtreffend
schnurlos
-
-
alle verbuigingsvormen

Bijvoeglijk naamwoord

schnurlos

  1. snoerloos, draadloos
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.