schmink

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schmink
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘grimeersel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1906 [1]

Werkwoord

vervoeging van
schminken

schmink

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schminken
    • Ik schmink. 
  2. gebiedende wijs van schminken
    • Schmink! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schminken
    • Schmink je? 

Gangbaarheid

  • Het woord schmink staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.