schleifen
Duits
Woordafbreking
- schlei·fen
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Middelhooguitse werkwoord slífen, dat van het Oudhoogduitse werkwoord slífan (oorspronkelijke betekenis: glijden, glippen) komt
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
schleifen |
schliff |
geschliffen |
verbuiging: sterk |
volledig | met "haben" |
Synoniemen
- glätten
- polieren
Typische woordcombinaties
- [1]: Estrich schleifen
estrik slijpen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.