schilfert

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schilĀ·fert

Werkwoord

vervoeging van
schilferen

schilfert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schilferen
    • Jij schilfert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schilferen
    • Hij schilfert. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van schilferen
    • Schilfert! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.