schilfert
Nederlands
Woordafbreking
- schilĀ·fert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schilferen |
schilfert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schilferen
- Jij schilfert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schilferen
- Hij schilfert.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van schilferen
- Schilfert!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.