ronselen
Nederlands
Woordafbreking
- ron·se·len
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘werven’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1720 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ronselen |
ronselde |
geronseld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
ronselen
- overgankelijk iemand aanwerven voor dienst in het leger of aan boord van een schip
- Hij liet zich ronselen en belandde zo op Java.
Gangbaarheid
- Het woord ronselen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ronselen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.