ronselen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ron·se·len
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘werven’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1720 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ronselen
ronselde
geronseld
zwak -d volledig

Werkwoord

ronselen

  1. overgankelijk iemand aanwerven voor dienst in het leger of aan boord van een schip
    • Hij liet zich ronselen en belandde zo op Java. 

Gangbaarheid

  • Het woord ronselen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.