rolschaatste
Nederlands
Woordafbreking
- rol·schaats·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rolschaatsen |
rolschaatste
- enkelvoud verleden tijd van rolschaatsen
- Ik rolschaatste.
- Jij rolschaatste.
- Hij, zij, het rolschaatste.
- Ik rolschaatste.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.