rochelen
Nederlands
Woordafbreking
- ro·che·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘rauw keelgeluid maken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1370 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
rochelen |
rochelde |
gerocheld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
rochelen
- inergatief hoorbaar slijm in beweging brengen met de adem
- Er werd wat gerocheld en gekucht, maar verder was het stil.
Gangbaarheid
- Het woord rochelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rochelen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.