riskeerde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ris·keer·de

Werkwoord

vervoeging van
riskeren

riskeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van riskeren
    • Ik riskeerde. 
    • Jij riskeerde. 
    • Hij, zij, het riskeerde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.