rioleerden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ri·o·leer·den

Werkwoord

vervoeging van
rioleren

rioleerden

  1. meervoud verleden tijd van rioleren
    • Wij rioleerden. 
    • Jullie rioleerden. 
    • Zij rioleerden. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.