retoucheert

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·tou·cheert

Werkwoord

vervoeging van
retoucheren

retoucheert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van retoucheren
    • Jij retoucheert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van retoucheren
    • Hij retoucheert. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van retoucheren
    • Retoucheert! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.