respireerde
Nederlands
Woordafbreking
- res·pi·reer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
respireren |
respireerde
- enkelvoud verleden tijd van respireren
- Ik respireerde.
- Jij respireerde.
- Hij, zij, het respireerde.
- Ik respireerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.