reien

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • reiĀ·en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
reien
reide
gereid
zwak -d volledig

Werkwoord

reien [1]

  1. onovergankelijk een rondedans uitvoeren [2]
  2. overgankelijk recht en vlak maken (met een rei (een rechte metalen lat) of anderszins) [3] [4]
  3. overgankelijk (scheepvaart) sjorren [5] [6]
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

reien mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord rei

Gangbaarheid

  • Het woord reien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
50 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.