rechtvaardigt
Nederlands
Woordafbreking
- recht·vaar·digt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rechtvaardigen |
rechtvaardigt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechtvaardigen
- Jij rechtvaardigt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechtvaardigen
- Hij rechtvaardigt.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van rechtvaardigen
- Rechtvaardigt!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.