rechtspraken
Nederlands
Woordafbreking
- recht·spra·ken
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rechtspreken |
rechtspraken
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van rechtspreken
- ...dat wij rechtspraken.
- ...dat jullie rechtspraken.
- ...dat zij rechtspraken.
- ...dat wij rechtspraken.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.