rechtbuigt
Nederlands
Woordafbreking
- recht·buigt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rechtbuigen |
rechtbuigt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechtbuigen
- ... dat jij rechtbuigt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechtbuigen
- ... dat hij rechtbuigt.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.