rechercheer
Nederlands
Woordafbreking
- re·cher·cheer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rechercheren |
rechercheer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechercheren
- Ik rechercheer.
- gebiedende wijs van rechercheren
- Rechercheer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechercheren
- Rechercheer je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.