racen
Nederlands
Woordafbreking
- ra·cen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
racen |
racete |
geracet |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
racen
- inergatief aan een snelheidswedstrijd deelnemen
- Morgen gaan ze weer racen in Zandvoort.
- inergatief haasten
- Ik ben te laat, waardoor ik nu moet racen!
Gangbaarheid
- Het woord racen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'racen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.