raakt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  raakt    (hulp, bestand)
  • IPA: /raːkt/
Woordafbreking
  • raakt

Werkwoord

vervoeging van
raken

raakt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van raken
    • Jij raakt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van raken
    • Hij raakt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van raken
    • Raakt! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.